|
||||||||
|
We moeten er vooral niet flauw over doen: voor verreweg de meesten onder ons, is de hedendaagse muziek uit het immense India, zo goed als onontgonnen gebied. Hooguit weten we waar Bollywood voor staat, hebben we wel eens van Ravi Shankar gehoord of, als we heel gespecialiseerd zijn, kunnen we twee of drie namen uit de Punjab Underground noemen. Helemaal abnormaal is dat natuurlijk niet: de Indiase muziek heeft, naast een eeuwenoude traditie, ook vele tientallen subgenres, die je hier nooit op de radio zult horen en het is telkens weer wachten tot er ergens een film bekroond wordt, om, op basis van de soundtrack daarvan, een paar nummers te kunnen leren kennen. Gevonden vreten dus voor wat wij ons voorstellen bij een Bollywood-soundtrack, maar dan wel muziek die van generatie op generatie doorgegeven wordt. De titel van de EP is dus redelijk goed gekozen, zeker als je erbij weet dat zangeres Pratibha Singh Baghel een heuse mega-ster is. Ze was en is betrokken bij ontelbaar veel theater- en filmproducties en mag zichzelf een beetje de bewaarster van de klassieke Hinhustani-muziek noemen. Zij en niemand anders is er verantwoordelijk voor dat dat klassieke genre tot op vandaag overleeft. Nu, als je deze EP een paar keer beluisterd hebt, weet je ook waarom dat zo is: de stem van Prathiba is onvoorstelbaar wendbaar, lenig en soepel en ze glijdt werkelijk door de melodie heen en weet er een hedendaags accent aan te geven, zodat ook de Westerse, niet-kennersoren de zang kunnen beluisteren en appreciëren. Deepak Pandit komt uit een Qawwali-familie en groeide dus op met de traditionele soefi-muziek, die de ouderen onder ons misschien met Nusrat Fateh Ali Khan zullen associëren. Pandit werkte jarenlang samen met wijlen Jagjit Singh, de grootmeester van de “ghazal”, voor wie hij niet alleen de violist wasa, maar ook geregeld stukken componeerde. Het is via die samenwerking dat de violist en de zangeres elkaar leerden kennen en gaandeweg begonnen ze aan dit ambitieuze project, waarover Prathiba zei dat ze altijd al de ambitie heeft gehad haar muziek kenbaar te maken tot buiten India. Daartoe zette Deepak Pandit zich dus aan het arrangeren van een viertal thumris, die hij liet inspelen door het Budapest Live Symphony Orchestra, een prestigieus gezelschap dat werkelijk in elke zaal ter wereld heeft gespeeld, waar klassieke muziek op wereldniveau gespeeld wordt. U kan zelf de optelsom maken: een Indiase superster aan de zang, een meesterlijke violist en componist aan de slag om eeuwenoude gezangen naar de moderne tijd te verplaatsen en die te laten inspelen door een Europees top-orkest uit de klassieke muziek, aangevuld met tabla-meester Prashant Sonagra…dat kàn gewoon niet fout aflopen en dat doet het dan ook niet. “Inheritance” maakt zijn titel helemaal waar: de huidige generatie is klaar om de stok helemaal over te nemen en wat mij het meest aanspreekt: de kans is niet gering dat deze heerlijke muziek eindelijk echt de deur opentrapt, richting onze contreien. Geweldige plaat, zelfs voor nieuwelingen ! (Dani Heyvaert)
|